Ron Abbink
2012-10-30 03:20:08 UTC
<ruime crosspost>
"‘Leg uit wat te doen bij zwaailicht’
De overheid moet regels opstellen voor wat weggebruikers wel en niet
mogen doen als hulpdiensten met zwaailicht willen passeren. Ook moet er
bij de rijopleidingen meer aandacht komen voor hoe in zulke situaties
moet worden gehandeld, concludeert het Nederlands Instituut Fysieke
Veiligheid (NIFV) in een maandag uitgebracht rapport.
Bijna zestig procent van tweeduizend ondervraagde chauffeurs van
voorrangsvoertuigen is bij een (bijna) ongeval betrokken geweest. Tot nu
toe wordt in de rijopleiding vooral geleerd ruimte te maken voor een
voorrangsvoertuig. Volgens het instituut weten echter veel
automobilisten niet hoe ze dat moeten doen.
Het komt bijvoorbeeld regelmatig voor dat iemand bij een kruispunt voor
een rood licht staat te wachten en dat er van achteren een ambulance
nadert. De onderzoekers vroegen bestuurders van voertuigen met sirenes
wat weggebruikers in zo’n situatie het beste kunnen doen.
Zij raden aan over de stopstreep te rijden en opzij te gaan, maar niet
het kruispunt op te rijden. Er moet volgens de onderzoekers wel
juridisch duidelijkheid komen of iemand in zo’n geval een stukje door
rood mag rijden.
Ook kan het voorkomen dat iemand op de linkerbaan op de snelweg rijdt en
geen ruimte heeft om rechts in te voegen als er van achter aan ambulance
aan komt snellen. Het slechtste wat de automobilist in zo’n geval kan
doen is hard remmen om alsnog in te kunnen voegen, hij zou dan beter
extra gas kunnen geven om pas uit te voegen als daar ruimte voor is.
Verder is het belangrijk dat de automobilist duidelijk aangeeft wat hij
gaat doen, zodat de hulpdiensten daar rekening mee kunnen houden. De
bestuurder moet niet uitwijken naar een plaats die daar niet geschikt
voor is, zoals de berm of het fietspad.
De hulpdiensten zelf zouden er goed aan doen om de richtlijnen op elkaar
af te stemmen. Nu kan het bijvoorbeeld per regio verschillen of een
ambulance met sirenes op de vluchtstrook of op de snelweg rijdt en dat
kan voor de weggebruikers verwarrend zijn." <persbureau Novum>
"Uit een enquête onder 2000 politiemensen, brandweermannen en
ambulancechauffeurs blijkt dat ruim de helft van hen minimaal eens per
maand in een gevaarlijke situatie terechtkomt door toedoen van
automobilisten.
Agenten en ambulancebestuurders, die vaker op de weg zitten, komen
wekelijks of zelfs dagelijks in de problemen. De bestuurders van
hulpvoertuigen geven de rijprestaties van gewone weggebruikers een 5,9.
Hoe vaak er ongelukken gebeuren wanneer er met zwaailicht en sirene
wordt gereden, is niet bekend want dit wordt nergens bijgehouden.
„Het is niet gek dat we niet weten wat we moeten doen", zegt onderzoeker
Karin Groenewegen van het NIFV. „In het theorieboekje voor het rijexamen
staat anderhalve pagina over hoe je moet omgaan met militaire colonnes,
maar slechts een abstracte alinea over voorrangsvoertuigen. Er staat dat
je ruimte moet maken. Maar hoe, dat weet niemand."
Het belangrijkste van de punten die zeker in de instructie komt, is dat
automobilisten, motorrijders en langzaam verkeer zich voorspelbaar
moeten gedragen.
Richtingaanwijzer
„Laat de achteropkomende brandweerwagen merken dat je hem hebt gezien.
Bijvoorbeeld door even je richtingaanwijzer aan te zetten", legt
onderzoeker Groenewegen uit. „Ga daarnaast niet veel sneller rijden en
maak tot slot alleen plek als het kan. Duik niet met tachtig de berm in
omdat er een ambulance achter je rijdt. Het is niet de bedoeling om een
extra ongeluk te maken omdat je de hulpverlening wil helpen."" uit
<http://www.telegraaf.nl/autovisie/13128800/__Blinde_paniek_door_zwaailicht_en_sirene__.html>
"Onderzoek 'Weggebruikers met voorrang benaderd'
Het Ministerie van Veiligheid en Justitie heeft de Landelijke Faciliteit
Rampenbestrijding (LFR) opdracht gegeven om gedragsadviezen op te
stellen voor weggebruikers bij confrontatie met voorrangsvoertuigen in
het verkeer. Het onderzoek is uitgevoerd door het NIFV.
Methode
Aan de hand van een literatuurstudie, een verkennende analyse van 35 uur
filmbeelden van en vanuit voorrangsvoertuigen met bijna 600
confrontaties tussen voorrangsvoertuig en weggebruiker, een enquête
onder ruim 2000 bestuurders van voorrangsvoertuigen en een expertmeeting
met deskundigen is inzicht gekregen in gedrag van weggebruikers. Hierop
en op basis van adviezen van bestuurders van voorrangsvoertuigen en
geraadpleegde experts is een eerste aanzet gegeven tot het opstellen van
(gedrags)adviezen voor weggebruikers.
Uitkomsten onderzoek
Er is weinig eerder onderzoek gedaan naar gedrag van weggebruikers bij
confrontatie met voorrangsvoertuigen. In de praktijk blijken mensen het
voorrangsvoertuig vaak laat op te merken en, nadat ze het hebben
waargenomen, weten ze niet altijd wat ze moeten doen. In de rijopleiding
wordt veelal geleerd ruimte te maken voor een voorrangsvoertuig, maar er
wordt niet geleerd hoe dit goed en veilig kan. Zo weten mensen niet of
ze wel of niet door een rood verkeerslicht moeten rijden om ruimte te
maken en wat ze moeten doen als ze geen ruimte kunnen maken. Het
ontbreekt de weggebruiker aan concrete gedragsadviezen. Het NIFV heeft
in het project voorlopige gedragsadviezen opgesteld. In een
vervolgproject zijn deze verder uitgewerkt. Op het congres van 18
december 2012 worden de resultaten van het vervolgproject bekendgemaakt.
Tussen de rijopleidingen van brandweer, politie en ambulance op het
gebied van rijden met zwaailichten en sirene was tot voor kort
nauwelijks sprake van afstemming. Hierdoor ontstaan er verschillen in
het rijgedrag van chauffeurs van voorrangsvoertuigen. Meer eenheid in
het rijgedrag van bestuurders van voorrangsvoertuigen is wenselijk. Tot
voor kort was er onduidelijkheid en discussie of de hulpdiensten wel of
niet met zwaailichten en sirene mogen oefenen op de openbare weg. Een
besluit van de minister van Veiligheid en Justitie hierover is in
ontwikkeling.
Hoeveel ongevallen met voorrangsvoertuigen plaatsvinden, is onbekend.
Wel blijkt uit de enquête onder ruim 2000 chauffeurs van
voorrangsvoertuigen dat ruim 60 procent van de respondenten bij een
(bijna)ongeval betrokken is geweest. Het NIFV hoopt in 2013 onderzoek te
kunnen doen naar ongevalstatistieken van voorrangsvoertuigen in Nederland.
Rapport downloaden
Het onderzoeksrapport 'Weggebruikers met voorrang benaderd' kunt u
downloaden: Weggebruikers_met_voorrang_benaderd.pdf
<http://www.nifv.nl/web/show/file/id=240436/filename=Weggebruikers_met_voorrang_benaderd.pdf/page=193299>
Meer informatie op www.infopuntveiligheid.nl
Naast het onderzoeksrapport heeft het NIFV ook een dossier
Voorrangsvoertuigen opgezet, waarin allerlei relevante documenten en
rapporten op dit gebied verzameld en ontsloten zijn. U vindt het dossier
Voorrangsvoertuigen op www.infopuntveiligheid.nl"
<http://www.nifv.nl/web/show/id=193299/contentid=3868>
"Gedragsadviezen
Het ministerie van Veiligheid en Justitie heeft de Landelijke Faciliteit
Rampenbestrijding (LFR) opdracht gegeven om gedragsadviezen op te
stellen voor weggebruikers bij confrontatie met voorrangsvoertuigen in
het verkeer. Die zijn er nog niet, maar het NIFV heeft na het onderzoek
wel de volgende adviezen geformuleerd voor weggebruikers:
* Kijk regelmatig in je spiegels en zorg dat je oplet tijdens het rijden.
* Blijf kalm en raak niet in paniek als je een voorrangsvoertuig waarneemt.
* Denk na wat je gaat doen en anticipeer tijdig.
* Wees voorspelbaar: laat merken dat je het voorrangsvoertuig hebt
opgemerkt en geef aan wat je gaat doen.
* Maak ruimte zodra het kan.
* Blijf rijden en volg je weg als je geen ruimte kunt maken.
* Als er een baan vrij is, laat deze dan vrij.
* Ga niet plotseling remmen.
* Wijk niet uit naar gevaarlijke plaatsen, zoals de berm, en rijd geen
kruispunt op bij rood licht (eventueel ruimte tussen de stopstreep en
het kruispunt zelf kan wel gebruikt worden).
* Overtreed in principe geen verkeersregels.
Naast duidelijkheid voor de weggebruiker adviseert het NIFV ook dat de
hulpdiensten een uniforme rijopleiding moeten krijgen, meer
praktijkopleiding moeten krijgen, voertuigen nog beter moeten laten
opvallen, en dat hulpdiensten de discussie aan moeten gaan met
wegbeheerders.
Inrichting van de weg laat vaak geen ruimte over. Dit laatste is een
belangrijk punt aangezien wegontwerpers - naar het lijkt - slechts
gefocust zijn op één ding: de ruimte wegnemen om automobilisten te
dwingen langzamer te gaan rijden. Hierdoor blijft er nergens meer ruimte
over om uit te kunnen wijken.
Daarnaast moet er in de rijopleiding voor de personenauto betere
voorlichting komen.
Voor het onderzoek werden 2.019 bestuurders van voorrangsvoertuigen
ondervraagd door middel van een enquête. Daarnaast werd 35 uur aan
videomateriaal onderzocht met zogeheten conflict-situaties tussen
voorrangsvoertuigen en overig verkeer. Ook werd literatuur over dit
onderwerp bestudeerd." uit
<http://www.truckstar.nl/nieuws/detail/automobilisten-vaak-in-paniek/>
Die aanbevelingen zijn overgenomen van pag.6 (en 80) van eerdervermelde
lijvige rapport.
"Hierbij wordt opgemerkt dat het bij bovenstaande gedragsadviezen gaat
over de inhoud; de exacte formulering van gedragsadviezen in het kader
van een campagne dient in een vervolg te worden bepaald."
Enigszins verwant nieuws:
"Blauwe led's in auto waarschuwen voor hulpdiensten met spoed"
<http://www.infopuntveiligheid.nl/Publicatie/DossierItem/94/3433/blauwe-leds-in-auto-waarschuwen-voor-hulpdiensten-met-spoed.html>
Dan lijkt mij waarschuwing via FM-radio/TA/TI toch doeltreffender, zie
<http://www.flister.nl/index.php/how-it-works> (genomineerd voor de
Innovation-Awards Publieksprijs, zie de button in de rechtermarge).
gr, Ron
"‘Leg uit wat te doen bij zwaailicht’
De overheid moet regels opstellen voor wat weggebruikers wel en niet
mogen doen als hulpdiensten met zwaailicht willen passeren. Ook moet er
bij de rijopleidingen meer aandacht komen voor hoe in zulke situaties
moet worden gehandeld, concludeert het Nederlands Instituut Fysieke
Veiligheid (NIFV) in een maandag uitgebracht rapport.
Bijna zestig procent van tweeduizend ondervraagde chauffeurs van
voorrangsvoertuigen is bij een (bijna) ongeval betrokken geweest. Tot nu
toe wordt in de rijopleiding vooral geleerd ruimte te maken voor een
voorrangsvoertuig. Volgens het instituut weten echter veel
automobilisten niet hoe ze dat moeten doen.
Het komt bijvoorbeeld regelmatig voor dat iemand bij een kruispunt voor
een rood licht staat te wachten en dat er van achteren een ambulance
nadert. De onderzoekers vroegen bestuurders van voertuigen met sirenes
wat weggebruikers in zo’n situatie het beste kunnen doen.
Zij raden aan over de stopstreep te rijden en opzij te gaan, maar niet
het kruispunt op te rijden. Er moet volgens de onderzoekers wel
juridisch duidelijkheid komen of iemand in zo’n geval een stukje door
rood mag rijden.
Ook kan het voorkomen dat iemand op de linkerbaan op de snelweg rijdt en
geen ruimte heeft om rechts in te voegen als er van achter aan ambulance
aan komt snellen. Het slechtste wat de automobilist in zo’n geval kan
doen is hard remmen om alsnog in te kunnen voegen, hij zou dan beter
extra gas kunnen geven om pas uit te voegen als daar ruimte voor is.
Verder is het belangrijk dat de automobilist duidelijk aangeeft wat hij
gaat doen, zodat de hulpdiensten daar rekening mee kunnen houden. De
bestuurder moet niet uitwijken naar een plaats die daar niet geschikt
voor is, zoals de berm of het fietspad.
De hulpdiensten zelf zouden er goed aan doen om de richtlijnen op elkaar
af te stemmen. Nu kan het bijvoorbeeld per regio verschillen of een
ambulance met sirenes op de vluchtstrook of op de snelweg rijdt en dat
kan voor de weggebruikers verwarrend zijn." <persbureau Novum>
"Uit een enquête onder 2000 politiemensen, brandweermannen en
ambulancechauffeurs blijkt dat ruim de helft van hen minimaal eens per
maand in een gevaarlijke situatie terechtkomt door toedoen van
automobilisten.
Agenten en ambulancebestuurders, die vaker op de weg zitten, komen
wekelijks of zelfs dagelijks in de problemen. De bestuurders van
hulpvoertuigen geven de rijprestaties van gewone weggebruikers een 5,9.
Hoe vaak er ongelukken gebeuren wanneer er met zwaailicht en sirene
wordt gereden, is niet bekend want dit wordt nergens bijgehouden.
„Het is niet gek dat we niet weten wat we moeten doen", zegt onderzoeker
Karin Groenewegen van het NIFV. „In het theorieboekje voor het rijexamen
staat anderhalve pagina over hoe je moet omgaan met militaire colonnes,
maar slechts een abstracte alinea over voorrangsvoertuigen. Er staat dat
je ruimte moet maken. Maar hoe, dat weet niemand."
Het belangrijkste van de punten die zeker in de instructie komt, is dat
automobilisten, motorrijders en langzaam verkeer zich voorspelbaar
moeten gedragen.
Richtingaanwijzer
„Laat de achteropkomende brandweerwagen merken dat je hem hebt gezien.
Bijvoorbeeld door even je richtingaanwijzer aan te zetten", legt
onderzoeker Groenewegen uit. „Ga daarnaast niet veel sneller rijden en
maak tot slot alleen plek als het kan. Duik niet met tachtig de berm in
omdat er een ambulance achter je rijdt. Het is niet de bedoeling om een
extra ongeluk te maken omdat je de hulpverlening wil helpen."" uit
<http://www.telegraaf.nl/autovisie/13128800/__Blinde_paniek_door_zwaailicht_en_sirene__.html>
"Onderzoek 'Weggebruikers met voorrang benaderd'
Het Ministerie van Veiligheid en Justitie heeft de Landelijke Faciliteit
Rampenbestrijding (LFR) opdracht gegeven om gedragsadviezen op te
stellen voor weggebruikers bij confrontatie met voorrangsvoertuigen in
het verkeer. Het onderzoek is uitgevoerd door het NIFV.
Methode
Aan de hand van een literatuurstudie, een verkennende analyse van 35 uur
filmbeelden van en vanuit voorrangsvoertuigen met bijna 600
confrontaties tussen voorrangsvoertuig en weggebruiker, een enquête
onder ruim 2000 bestuurders van voorrangsvoertuigen en een expertmeeting
met deskundigen is inzicht gekregen in gedrag van weggebruikers. Hierop
en op basis van adviezen van bestuurders van voorrangsvoertuigen en
geraadpleegde experts is een eerste aanzet gegeven tot het opstellen van
(gedrags)adviezen voor weggebruikers.
Uitkomsten onderzoek
Er is weinig eerder onderzoek gedaan naar gedrag van weggebruikers bij
confrontatie met voorrangsvoertuigen. In de praktijk blijken mensen het
voorrangsvoertuig vaak laat op te merken en, nadat ze het hebben
waargenomen, weten ze niet altijd wat ze moeten doen. In de rijopleiding
wordt veelal geleerd ruimte te maken voor een voorrangsvoertuig, maar er
wordt niet geleerd hoe dit goed en veilig kan. Zo weten mensen niet of
ze wel of niet door een rood verkeerslicht moeten rijden om ruimte te
maken en wat ze moeten doen als ze geen ruimte kunnen maken. Het
ontbreekt de weggebruiker aan concrete gedragsadviezen. Het NIFV heeft
in het project voorlopige gedragsadviezen opgesteld. In een
vervolgproject zijn deze verder uitgewerkt. Op het congres van 18
december 2012 worden de resultaten van het vervolgproject bekendgemaakt.
Tussen de rijopleidingen van brandweer, politie en ambulance op het
gebied van rijden met zwaailichten en sirene was tot voor kort
nauwelijks sprake van afstemming. Hierdoor ontstaan er verschillen in
het rijgedrag van chauffeurs van voorrangsvoertuigen. Meer eenheid in
het rijgedrag van bestuurders van voorrangsvoertuigen is wenselijk. Tot
voor kort was er onduidelijkheid en discussie of de hulpdiensten wel of
niet met zwaailichten en sirene mogen oefenen op de openbare weg. Een
besluit van de minister van Veiligheid en Justitie hierover is in
ontwikkeling.
Hoeveel ongevallen met voorrangsvoertuigen plaatsvinden, is onbekend.
Wel blijkt uit de enquête onder ruim 2000 chauffeurs van
voorrangsvoertuigen dat ruim 60 procent van de respondenten bij een
(bijna)ongeval betrokken is geweest. Het NIFV hoopt in 2013 onderzoek te
kunnen doen naar ongevalstatistieken van voorrangsvoertuigen in Nederland.
Rapport downloaden
Het onderzoeksrapport 'Weggebruikers met voorrang benaderd' kunt u
downloaden: Weggebruikers_met_voorrang_benaderd.pdf
<http://www.nifv.nl/web/show/file/id=240436/filename=Weggebruikers_met_voorrang_benaderd.pdf/page=193299>
Meer informatie op www.infopuntveiligheid.nl
Naast het onderzoeksrapport heeft het NIFV ook een dossier
Voorrangsvoertuigen opgezet, waarin allerlei relevante documenten en
rapporten op dit gebied verzameld en ontsloten zijn. U vindt het dossier
Voorrangsvoertuigen op www.infopuntveiligheid.nl"
<http://www.nifv.nl/web/show/id=193299/contentid=3868>
"Gedragsadviezen
Het ministerie van Veiligheid en Justitie heeft de Landelijke Faciliteit
Rampenbestrijding (LFR) opdracht gegeven om gedragsadviezen op te
stellen voor weggebruikers bij confrontatie met voorrangsvoertuigen in
het verkeer. Die zijn er nog niet, maar het NIFV heeft na het onderzoek
wel de volgende adviezen geformuleerd voor weggebruikers:
* Kijk regelmatig in je spiegels en zorg dat je oplet tijdens het rijden.
* Blijf kalm en raak niet in paniek als je een voorrangsvoertuig waarneemt.
* Denk na wat je gaat doen en anticipeer tijdig.
* Wees voorspelbaar: laat merken dat je het voorrangsvoertuig hebt
opgemerkt en geef aan wat je gaat doen.
* Maak ruimte zodra het kan.
* Blijf rijden en volg je weg als je geen ruimte kunt maken.
* Als er een baan vrij is, laat deze dan vrij.
* Ga niet plotseling remmen.
* Wijk niet uit naar gevaarlijke plaatsen, zoals de berm, en rijd geen
kruispunt op bij rood licht (eventueel ruimte tussen de stopstreep en
het kruispunt zelf kan wel gebruikt worden).
* Overtreed in principe geen verkeersregels.
Naast duidelijkheid voor de weggebruiker adviseert het NIFV ook dat de
hulpdiensten een uniforme rijopleiding moeten krijgen, meer
praktijkopleiding moeten krijgen, voertuigen nog beter moeten laten
opvallen, en dat hulpdiensten de discussie aan moeten gaan met
wegbeheerders.
Inrichting van de weg laat vaak geen ruimte over. Dit laatste is een
belangrijk punt aangezien wegontwerpers - naar het lijkt - slechts
gefocust zijn op één ding: de ruimte wegnemen om automobilisten te
dwingen langzamer te gaan rijden. Hierdoor blijft er nergens meer ruimte
over om uit te kunnen wijken.
Daarnaast moet er in de rijopleiding voor de personenauto betere
voorlichting komen.
Voor het onderzoek werden 2.019 bestuurders van voorrangsvoertuigen
ondervraagd door middel van een enquête. Daarnaast werd 35 uur aan
videomateriaal onderzocht met zogeheten conflict-situaties tussen
voorrangsvoertuigen en overig verkeer. Ook werd literatuur over dit
onderwerp bestudeerd." uit
<http://www.truckstar.nl/nieuws/detail/automobilisten-vaak-in-paniek/>
Die aanbevelingen zijn overgenomen van pag.6 (en 80) van eerdervermelde
lijvige rapport.
"Hierbij wordt opgemerkt dat het bij bovenstaande gedragsadviezen gaat
over de inhoud; de exacte formulering van gedragsadviezen in het kader
van een campagne dient in een vervolg te worden bepaald."
Enigszins verwant nieuws:
"Blauwe led's in auto waarschuwen voor hulpdiensten met spoed"
<http://www.infopuntveiligheid.nl/Publicatie/DossierItem/94/3433/blauwe-leds-in-auto-waarschuwen-voor-hulpdiensten-met-spoed.html>
Dan lijkt mij waarschuwing via FM-radio/TA/TI toch doeltreffender, zie
<http://www.flister.nl/index.php/how-it-works> (genomineerd voor de
Innovation-Awards Publieksprijs, zie de button in de rechtermarge).
gr, Ron